Jeroen Vinken

 

De Profielprijs 1998 is naar Jeroen Vinken gegaan.

Op 19 juni 1998 is in het Vormgevingsinstituut aan de Keizersgracht in Amsterdam aan Jeroen Vinken de Profielprijs 1998 uitgereikt.
Aansluitend aan de prijsuitreiking heeft Jeroen Vinken lezing gehouden over zijn werk.
 

Jeroen Vinken ontvangt de Profielprijs en felicitaties van Maarten Rol.
 


Jeroen Vinken geeft een lezing over zijn werk.
 


Jeroen Vinken met de ontwerper van de trofee, Sonja Besselink.

Foto's: L. Hoejenbos 

 

Rapport van de Commissie Stichting Profiel met betrekking tot de toekenning van de Prijs in 1998 aan Jeroen Vinken:
 
blauwe rozen
groene tranen
dronken nacht
karmijnrode tongen
zilveren zee
rode dromen
groene maan
donkere duiven
zeegroene wolken
heldere kunst
 
Nu denkt u wellicht dat u per ongeluk terecht bent gekomen bij de uitreiking van de P.C. Hooftprijs. Nee, u was getuige van één van de talenten van Jeroen Vinken aan wie dit keer de tweejaarlijkse prijs van de Stichting Profiel is toegekend.
 
Jeroen Vinken is een opmerkelijk veelzijdige kunstenaar. Behalve dichter is hij tekenaar, wever, zeefdrukker, schilder, glaskunstenaar en monumentaal kunstenaar. Al die bezigheden hanteert hij met inzicht in de disciplines en ogenschijnlijk met groot gemak.
 
Maar textiele materialen en technieken vormen toch de belangrijkste uitgangspunten voor zijn werk. In de tachtiger jaren kreeg hij bekendheid met zijn gezeefdrukte gordijnen, door hemzelf 'geplooide schilderijen' genoemd. Zij vielen in het oog door de poëtische en humoristische vormgeving. Dit kwam tot uitdrukking in de titels zoals 'zwarte tranen', 'knapenkrullen', 'de lip van het meisje'. Deze serie stichtte indertijd enige verwarring, omdat de prachtige zijden stoffen aanspraak maakten op zowel een praktische toepassing als op een autonome kunstvorm.
Gedurende de jaren heeft Vinken veelsoortige tapijten en karpetten ontworpen en gemaakt. Door te spelen met technieken en materialen, door het combineren van garensoorten en kleuren komt hij tot geraffineerde structuren en ongekende vormoplossingen.
In een later stadium maakt hij tapijtfragmenten die hij met een los gebaar over elkaar legt. Een hoogtepunt vormt misschien het ontwerp voor een vloerkleed van 16 bij 32 meter, ter vervanging van het inmiddels honderd jaar oude exemplaar, voor de Burgerzaal in het Paleis op de Dam. Dit fascinerende ontwerp, met een roos in het hart van het tapijt, is door omstandigheden helaas niet uitgevoerd. Maar gelukkig kon deze machinaal geweven vloerbedekking in een aangepaste vorm worden toegepast in een kantorencomplex in Zeist.
 
In ditzelfde gebouw zijn, in de uitbouw van de foyer, door Vinken glazen wanden ontworpen, hetgeen ons op een volgende activiteit brengt. Deze glazen zijn gezandstraald in een golvend rastermotief dat weer naar textiel verwijst.
Monumentale glastoepassingen zijn aangebracht in meerdere gebouwen, zowel in ramen als ook op plafonds. Het is opmerkelijk met hoeveel vindingrijkheid en raffinement hij gebruik weet te maken van de eigenschappen van glas.
Behalve dat hij ramen zandstraalt, soms aan beide kanten waardoor lagen ontstaan die ten opzichte van elkaar lijken te verschuiven, heeft hij ook plafonds gemaakt waarin hij glasplaten, draadglas en thermopaneglas met gekleurd glas, spiegels en lampjes aanbrengt.
 
Misschien liggen aan de basis van het veelzijdige oeuvre zijn schilderijen. Het zijn werken op tamelijk groot formaat, met krachtige, erotisch aandoende vormen van lichaamsfragmenten, zwoel van kleur, soms een beetje harig en met een tedere huid.
 
In de categorie monumentale werken moet zeker genoemd worden het unieke textielreliëf in de nieuwe vergaderzaal van het Provinciehuis in Den Bosch. In contrast met een regelmatig raster van aluminium nokken op de wanden, heeft hij vormen van getufte mosachtige plekken, in groen en wat rood, van uiteenlopende afmetingen aangebracht, waarna een wondere ongeziene toverwereld is ontstaan.
 
De meest recente ontwikkeling is de presentatie van de industrieel geweven 'vloerbekleding' zoals Jeroen Vinken het zelf noemt. Het is geen tapijt, het is ook geen linoleum, het is iets totaal nieuws. Het is een bewijs van groot vakmanschap om werkend vanuit een ambachtelijke achtergrond een nieuw product op de markt te brengen dat beantwoordt aan eigentijdse technische- en milieueisen. Jeroen Vinken ziet het zelf zo: 'lk heb bij mijn werk net zoveel hamers nodig als spijkers.'
De jury van de Gelderse Vormgevingsprijs, die aan hem en aan de fabrikant kort geleden een prijs voor dit product toekende, roemde terecht de bijzondere schoonheid. Zo kunnen wij tenslotte nog een kwaliteit toevoegen aan zijn vele talenten, namelijk die van industrieel.
 
Misschien kunt u zich voorstellen dat het voor een beoordelingscommissie een groot geluk en genoegen is om zo'n bewonderenswaardig kunstenaar en vakman te mogen voordragen voor de Profielprijs 1998.
 
Amsterdam, 19 juli 1998
 
Voor meer informatie over Jeroen Vinken: www.jeroenvinken.nl